Media van de gemeenschap en actief burgerschap – vertel je verhaal (Code MLL3WA5W1)

IO4. Mediawijsheid

Werkgebied 5

Workshop 2: Media van de gemeenschap en actief burgerschap - vertel je verhaal

1. Algemene informatie

Naam van de kern competentie:
Media van de gemeenschap als een belangrijke speler om lokale aspiraties voor verbetering van onderwijs, vrijwilligerswerk en kansen op werk door te geven.

Naam van de workshop:

Media van de gemeenschap en actief burgerschap: vertel je verhaal

Belangrijkste leeropbrengsten:

5.2.1 Identificeer een thema, verhaal of onderwerp waarover je gepassioneerd bent en bedenk een kern boodschap die jouw passie weergeeft

5.2.2 Creëer een mindmap voor het verhaal dat je gebasseerd op je kernboodschap wilt vertellen.

5.2.3 Kies een geschikt format voor je verhaal en je publiek (bloggen, schrijven of filmen) en maak het

5.3.1 Onderzoek de achtergrond van een verhaal dat focust op (i) Civiele participatie of (ii) Actief burgerschap en maak inhoud die geschikt is voor de media van de gemeenschap die het gekozen verhaal versterkt, van argumenten voorziet, verdedigt, sterker maakt.

5.3.2 Identificeer geschikte personen uit je eigen gemeenschap en persoonlijke netwerk voor input voor je verhaal.

5.3.3 Beschrijf wat er nodig is om een Persmap te maken

5.3.4 Identificeer de lokale media netwerken die geschikt zijn voor toezending van de persmap en stimuleer interesse bij de lokale media.

5.3.5 Werk samen met anderen om de productie en distributie van de persmap te organiseren.

Werkgebieden:

W5: Media en actief burgerschap

Duur:

4 uren

AC instapniveau

3

Klassikale activiteit

Outward bound activiteit

E-learning activiteit

Trainingsmateriaal:

Internet verbinding

Beamer en PC

White board

Papier, pennen, Post-Its etc

Extra ruimtes

Andere zaken:

Extra aandacht voor:

Betrokkenheid derden:

Speciaal arrangement nodig:

Voorbereiding door deelnemers nodig:

Anders:

Annexen

2. Didactische methodologie

Deel van de workshop:

Gebruikte didactische methodes:

Korte omschrijving ervan:

1st deel

2nd deel

3rd deel

1. Gespreid leren

Te leren kennisinhoud wordt in 3 blokken herhaald aangeboden. Tussen deze blokken is een 10 minuten onderbreking waarin een geheel andere, vaak fysieke opdracht wordt uitgevoerd door de deelnemers.

2. Cross Over learning

Leren in informele settings, zoals in een museum of in naschoolse activiteit, slaat een brug tussen lesinhoud en datgene wat deelnemers in het dagelijks leven bezig houdt.

3. Leren door argumentatie

Argumentatie als middel om aandacht te geven aan contrasterende ideeën, en te leren van elkaar door middel van het houden van een zinvol discours.

4. Incidenteel leren

Incidenteel, niet-intentioneel of ongepland leren. Zo gebeurt eigenlijk veel van ons leren. Het gebeurt in nieuwe situaties of wanneer wij iets doen. Het gebeurt zonder leerkracht.

5. Context based leren

De betekenis en relevantie van nieuwe informatie leren kennen door deze te interpreteren in de context waarin deze naar voren komt en te verbinden met wat we al weten.

6. Computational thinking

Het logisch benaderen van problemen en deze oplossen met digitale en non-digitale middelen. Deze vorm van leren (problem-solving) bestaat uit 4 elementen: grote problemen in deel problemen opdelen (decomposition), patronen herkennen door te kijken naar de oplossing van soortgelijke problemen uit het verleden; abstraheren door hoofd- en bijzaken te scheiden; logische stappen ontdekken om het dit soort problemen op te lossen (algoritme ontwikkelen) en deze stappen vervolgens verfijnen (debugging).

7. Learning by doing

Een praktische vorm van leren waarbij de deelnemers door interactie met hun omgeving kennis en vaardigheden aanleren.

8. Embodied Learning

Lesstof wordt hierbij niet alleen via het hoofd maar ook via het lichaam eigen gemaakt. De bewustwording van hoe het eigen lichaam reageert op bepaalde situaties ondersteunt het leerproces.

9. Adaptive Teaching

Deelnemersgegevens van huidige en eerdere leerervaringen worden gebruikt om voor de deelnemer een persoonlijke leerroute te ontwikkelen gebruiken. Denk aan gegevens zoals de tijd besteedt aan bepaalde stof, toetsresultaten etc.
Adaptive teaching kan gebruikt worden voor klassikale activiteiten maar bijvoorbeeld ook online, waarbij deelnemers zelf de controle hebben over hun studievoortgang.

10. Analytics of Emotions

Doordat te reageren op de emoties, het karakter en mentaliteit van de deelnemers, vergroot de leerkracht de responsiviteit van het lesgeven.

3. Type gebruikte trainingsactiviteiten

Type activiteit
Deel van de workshop

1st deel

2nd deel

3rd deel

1. Vraag-Antwoord sessie

2. Case studies

3. Discussie in kleine groepen

4. Actief samenvatten

5. Demonstraties

6. Real world learning / real life scenario

7. Stage

8. Storyboard teaching

9. Buitenactiviteit

10. Probleemgestuurde leeractiviteit  / problem solving

11. Samen voorbereiden

12. Discussie-vragen / groepsdiscussie

13. Groepsactiviteit

14. Story telling

15. Mind-map maken

16. Brainstormen

17. Instructie video

18. Rollenspel

19. Self-assessment

20. (Mentor) work shadowing

21. Instructie

22. Iets organiseren

23. Online training

24. Leergame

25. Reflectie

26. Coaching

4. Organisatie van de workshop

Duur:  2uur

Leeropbrengsten:

Learning Outcomes:

5.2.1 Identificeer een thema, verhaal of onderwerp waarover je gepassioneerd bent en bedenk een kern boodschap die jouw passie weergeeft

5.2.2 Creëer een mindmap voor het verhaal dat je gebasseerd op je kernboodschap wilt vertellen.

5.2.3 Kies een geschikt format voor je verhaal en je publiek (bloggen, schrijven of filmen) en maak het

 

 

Proces: storytelling oefening – deelnemers maken hun eigen verhaal 

  • De trainer legt het doel van de opdracht uit: aan het eind moet iedere deelneemster een geschreven verhaal, een post of een video gemaakt hebben.
  • Als eerste stap moeten de participanten een thema, een verhaal of een onderwerp identificeren waarover zij gepassioneerd zijn. Ze moeten een kernboodschap formuleren. En de structuur en het genre voor hun verhaal/post/video definiëren. De trainer deelt aan de deelneemsters de handout met de algoritmes uit (annex 1) om dit werk te doen en assisteert hen verder tijdens hun werk.
  • Gebaseerd op de gekozen kernboodschap en verschillende elementen die geïdentificeerd worden bij het volgen van annex 1, wordt aan de deelneemsters gevraagd om een mindmap te maken voor hun verhaal. Zij kunnen dit op papier doen maar ook een digitaal hulpmiddel gebruiken zoals bijvoorbeeld mindmup.com. 
  • Nu gaan 1 of 2 vrijwilligers hun verhaal/mindmap aan de gehele groep presenteren.
  • Op het einde, vraagt de trainer aan de deelneemsters om hun kladversie om te zetten in een geschreven definitieve versie. Als een deelneemster gekozen heeft om een video te gaan maken dan moet zij het script van de video uitschrijven. De deelneemsters krijgen minimaal 45 minuten voor deze taak.

Annexen:

Annex 1

Video en ander ondersteunend materiaal:

mindmup.com

Duur: 1 uur en 30 minuten

 

Leeropbrengsten :

5.3.1  Onderzoek de achtergrond van een verhaal dat focust op (i) Civiele participatie of (ii) Actief burgerschap en maak inhoud die geschikt is voor de media van de gemeenschap die het gekozen verhaal versterkt, van argumenten voorziet, verdedigt, sterker maakt.

5.3.2 Identificeer geschikte personen uit je eigen gemeenschap en persoonlijke netwerk voor input voor je verhaal.

 

Proces: Deelnemers schrijven achtergrondinformatie voor bij hun verhaal 

 

  • Aan de deelnemers wordt gevraagd om de voorgestelde weblinks met uitleg over achtergrondinformatie en een voorbeeld daarvan te bekijken.
  • De trainer bespreekt met de gehele groep het format van achtergrondinformatie om er zeker van te zijn dat iedereen het helemaal snapt.
  • Nu wordt aan de deelnemers gevraagd om een kladversie van een achtergrondverhaal te schrijven: ofwel voor hun eigen verhaal, dat ze gemaakt hebben bij de 1e activiteit of voor een ander verhaal waarin de focus ligt op Civiele participatie of actief burgerschap dat zij op internet kunnen vinden. Ze krijgen voor deze opdracht 1 uur de tijd.
  • Terwijl ze schrijven wordt aan de deelneemsters gevraagd om zoveel mogelijk verschillende bronnen te gebruiken. En ze moeten er op blijven letten dat de achtergrondinformatie wordt aangeleverd bij een verhaal dat in de lokale media moet worden geplaatst en deze informatie moet het verhaal versterken, ondersteunen en geloofwaardiger maken. .
  • Nadat de deelneemsters klaar zijn met de kladversie van hun achtergrondverhaal legt de trainer uit dat het belangrijk is om de opinie van een externe expert op te nemen in je verhaal of in de achtergrond. Aan de deelneemsters wordt een “Chamomile” oefening voorgesteld: Op een papier moet iedere deelneemster een kamille met 7 blaadjes te tekenen. Voor ieder blad moeten zij geschikte personen die input kunnen geven aan hun verhaal. De mensen moeten worden gekozen op basis van relevantie voor het verhaal, autoriteit, publieke belangstelling, kwalificaties en ervaring.
  • Terwijl de deelneemsters hun kamille tekenen krijgen zij het advies om te denken aan hun eigen contacten, publicaties in media en vertegenwoordigers van verschillende instellingen in de gemeenschap (universiteiten, onderzoekscentra, NGO’s, ziekenhuizen).
  • Behalve de naam moet er in de bladeren ook informatie komen over het beroep van de persoon, hun expertisegebied, contactinformatie en wat de vraag aan hen is.

 

Annexen:

Video en ander ondersteunend materiaal:

https://www.thebalancesmb.com/backgrounder-example-1360711
https://customessayhelps.com/how-to-write-a-backgrounder

Duur 1 uur

 

Leeropbrengsten:

5.3.3 Beschrijf wat er nodig is om een Persmap te maken

5.3.4 Identificeer de lokale  media netwerken die geschikt zijn voor toezending van de persmap en stimuleer interesse bij de lokale media.

5.3.5 Werk samen met anderen om de productie en distributie van de persmap te organiseren

 

 

Proces: groepsdiscussie

  • De deelneemsters krijgen 15 minuten om de informatie op de weblinks te bekijken. Hierin staat informatie over media en persmap.
  • 6 vrijwilligers worden gekozen voor de groepsdiscussie, de rest van de groep worden de toeschouwers en zij moeten hun eigen ideeën op een stuk papier zetten en dit voor het einde van de activiteit aan de trainer geven.
  • De trainer geeft instructies voor de discussie: De deelnemers moeten zich voorstellen dat zij een organisatie vormen die zich inzet voor de rechten van mensen met een buitenlandse achtergrond en dat zij een verhaal willen vertellen aan de lokale media over een recent geval van overdadig politiegeweld in hun land (of ieder ander onderwerp naar eigen keuze). Als groep moeten zij beslissen wat ze in de persmap zullen stoppen om er voor te zorgen dat de media het inderdaad zullen oppikken. Zowel hun eigen verhaal ondersteund met voldoende feiten maar ook weer niet zoveel dat het de aandacht afleidt bij de media vertegenwoordiger. Die kan immers slecht gestructureerde persmap ter zijde leggen zonder er zelfs maar naar te kijken.
  • Een deelneemster wordt gevraagd om een lijst van gekozen items op een groot vel te schrijven.
  • Als de deelneemsters aan de discussie er moeite mee hebben om de discussie van start te laten gaan dan start de trainer de discussie met vragen zoals: “Wat is media/persmap?, Waarom is het nodig?, Wat is de structuur van een persmap?, Wat  zou jij in een persmap doen die je naar de media stuurt? en andere vragen.
  • Op het einde van de discussie wordt aan de deelneemsters gevraagd om wat creatieve dingen te bedenken om de persmap aan te bieden om de aandacht van de pers te krijgen.

Annexes:

Video en ander ondersteunend materiaal:

https://nonprofitmarcommunity.com/create-media-kit-nonprofit/
https://nonprofitpr.org/developing-a-nonprofit-press-kit/