Wijkgerichte oriëntatie (Code SCL3WA5W3)

IO4. Sociale en civiele

Werkgebied 5

Workshop 3: Wijkgerichte oriëntatie

1. Algemene informatie

Naam van de kern competentie:
Sociale en civiele competentie

Naam van de workshop:

Wijkgerichte oriëntatie

Belangrijkste leeropbrengsten:

WE5.3.1 Verbinden van ambitie met de actuele situatie

WE5.3.2 Formuleren van leerdoelen en het verbinden ervan aan onderdelen van het loopbaanpad

WE5.2.1 Begrip van eigen bagage (kennis, vaardigheden, competenties) en eigen ontwikkelingsbehoeften, en hoe deze verbonden zijn met de sociale en civiele competentie

WE5.1.1 Begrijpen hoe actief burgerschap helpt bij het creëren van loopbaanmogelijkheden

Werkgebieden:

WE5: Eigen ontwikkeling

WE5.3: Motivatie

Duur:

4 uren

AC instapniveau

3

Klassikale activiteit

Outward bound activiteit

E-learning activiteit

Trainingsmateriaal:

Internet verbinding

Beamer en PC

White board

Papier, pennen, Post-Its etc

Extra ruimtes

Andere zaken:

Extra aandacht voor:

Betrokkenheid derden:

Speciaal arrangement nodig:

Voorbereiding door deelnemers nodig:

Anders:

Input van de workshop “Mijn droombaan” is nodig voor de op verdieping gerichte brainstorm-onderdelen van deze workshop;

Afspraak met vrijwilligerscentrum in de buurt voor een presentatie over wat zij kunnen betekenen voor de deelnemers (ppt, of andere presentatievorm);

Reisafspraken

Annexen

2. Didactische methodologie

Deel van de workshop:

Gebruikte didactische methodes:

Korte omschrijving ervan:

1st deel

2nd deel

3rd deel

1. Gespreid leren

Te leren kennisinhoud wordt in 3 blokken herhaald aangeboden. Tussen deze blokken is een 10 minuten onderbreking waarin een geheel andere, vaak fysieke opdracht wordt uitgevoerd door de deelnemers.

2. Cross Over learning

Leren in informele settings, zoals in een museum of in naschoolse activiteit, slaat een brug tussen lesinhoud en datgene wat deelnemers in het dagelijks leven bezig houdt.

3. Leren door argumentatie

Argumentatie als middel om aandacht te geven aan contrasterende ideeën, en te leren van elkaar door middel van het houden van een zinvol discours.

4. Incidenteel leren

Incidenteel, niet-intentioneel of ongepland leren. Zo gebeurt eigenlijk veel van ons leren. Het gebeurt in nieuwe situaties of wanneer wij iets doen. Het gebeurt zonder leerkracht.

5. Context based leren

De betekenis en relevantie van nieuwe informatie leren kennen door deze te interpreteren in de context waarin deze naar voren komt en te verbinden met wat we al weten.

6. Computational thinking

Het logisch benaderen van problemen en deze oplossen met digitale en non-digitale middelen. Deze vorm van leren (problem-solving) bestaat uit 4 elementen: grote problemen in deel problemen opdelen (decomposition), patronen herkennen door te kijken naar de oplossing van soortgelijke problemen uit het verleden; abstraheren door hoofd- en bijzaken te scheiden; logische stappen ontdekken om het dit soort problemen op te lossen (algoritme ontwikkelen) en deze stappen vervolgens verfijnen (debugging).

7. Learning by doing

Een praktische vorm van leren waarbij de deelnemers door interactie met hun omgeving kennis en vaardigheden aanleren.

8. Embodied Learning

Lesstof wordt hierbij niet alleen via het hoofd maar ook via het lichaam eigen gemaakt. De bewustwording van hoe het eigen lichaam reageert op bepaalde situaties ondersteunt het leerproces.

9. Adaptive Teaching

Deelnemersgegevens van huidige en eerdere leerervaringen worden gebruikt om voor de deelnemer een persoonlijke leerroute te ontwikkelen gebruiken. Denk aan gegevens zoals de tijd besteedt aan bepaalde stof, toetsresultaten etc.
Adaptive teaching kan gebruikt worden voor klassikale activiteiten maar bijvoorbeeld ook online, waarbij deelnemers zelf de controle hebben over hun studievoortgang.

10. Analytics of Emotions

Doordat te reageren op de emoties, het karakter en mentaliteit van de deelnemers, vergroot de leerkracht de responsiviteit van het lesgeven.

3. Type gebruikte trainingsactiviteiten

Type activiteit
Deel van de workshop

1st deel

2nd deel

3rd deel

1. Vraag-Antwoord sessie

2. Case studies

3. Discussie in kleine groepen

4. Actief samenvatten

5. Demonstraties

6. Real world learning / real life scenario

7. Stage

8. Storyboard teaching

9. Buitenactiviteit

10. Probleemgestuurde leeractiviteit  / problem solving

11. Samen voorbereiden

12. Discussie-vragen / groepsdiscussie

13. Groepsactiviteit

14. Story telling

15. Mind-map maken

16. Brainstormen

17. Instructie video

18. Rollenspel

19. Self-assessment

20. (Mentor) work shadowing

21. Instructie

22. Iets organiseren

23. Online training

24. Leergame

25. Reflectie

26. Coaching

4. Organisatie van de workshop

Duur: 1 uur, 30 minuten

 

Leeropbrengsten:

WE5.1.1 Begrijpen hoe actief burgerschap helpt bij het creëren van loopbaanmogelijkheden

WE5.2.1 Begrip van eigen bagage (kennis, vaardigheden, competenties) en eigen ontwikkelingsbehoeften, en hoe deze verbonden zijn met de sociale en civiele competentie

WE5.3.1 Verbinden van ambitie met de actuele situatie

WE5.3.2 Formuleren van leerdoelen en het verbinden ervan aan onderdelen van het loopbaanpad

 

Inleiding over vrijwilligerswerk

 

Proces:

  • De trainer introduceert de stafmedewerker van de vrijwilligersorganisatie
  • De stafmedewerker introduceert zichzelf; deelnemers doen hetzelfde
  • De stafmedewerker legt uit wat de taken en verantwoordelijkheden van de organisatie zijn
  • De stafmedewerker legt uit wat de voornaamste werkgebieden zijn waarvoor zij vrijwilligers werven
  • Vraag en antwoord ronde: deelnemers hebben de gelegenheid om vragen te stellen
  • De trainer vraagt aan de deelnemers wat de redenen zijn om vrijwilligers te werven voorde genoemde activiteiten

Duur: 45 minuten

 

  • Trainer leidt gezamenlijke brainstorm over vaardigheden en competenties die nodig zijn om bepaald vrijwilligerswerk te kunnen doen: waar zijn ze goed in?
  • Aanvullend: discussiëren over wat het werk vraagt van de vrijwilligers om het te kunnen doen (aspecten als: sociale instelling, in staat zijn om contact te maken, anderen respecteren, kunnen plannen, een afspraak kunnen maken etc.)
  • Antwoorden worden door de trainer verzameld en gecategoriseerd op een white board of flap-over (annex 1 kan ter ondersteuning gebruikt worden als kapstok voor het categoriseren van vaardigheden en competenties

Duur: 35 minuten

Daarna korte pauze: 10 minuten

 

Annexen:

Annex 1

 

Video en ander ondersteunend materiaal:

Duur: 1 uur , 30 minuten

 

Leeropbrengsten:

WE5.1.1 Begrijpen hoe actief burgerschap helpt bij het creëren van loopbaanmogelijkheden

WE5.2.1 Begrip van eigen bagage (kennis, vaardigheden, competenties) en eigen ontwikkelingsbehoeften, en hoe deze verbonden zijn met de sociale en civiele competentie

WE5.3.1 Verbinden van ambitie met de actuele situatie

WE5.3.2 Formuleren van leerdoelen en het verbinden ervan aan onderdelen van het loopbaanpad

 

Vrijwilligerswerk en ontwikkelmogelijkheden

 

Proces:

 

  • De trainer stelt kleine groepjes van 3 of 4 deelnemers samen
  • In elk groepje: deelnemers presenteren aan elkaar hun droom baan of terrein waar ze zelf graag zouden willen werken (voor de input zie: Mijn droombaan)
  • Deelnemers helpen elkaar om voor elke deelnemer afzonderlijk na te gaan op elke wijze de bijzondere vaardigheden en competenties van het vrijwilligerswerk verband houden met hun droombaan of werkterrein van hun voorkeur
  • Trainer let erop dat elke deelnemer in de verschillende groepjes voldoende aan bod komt
  • Trainer loopt rond en stimuleert de discussie en uitwisseling binnen elk groepje

Duur: 40 minuten

 

  • De trainer vraagt elke deelnemer om zijn of haar drom ban, favoriet werkgebied te presenteren en aan te geven welk verband zij zien met de vaardigheden en competenties die nodig zijn bij vrijwilligerswerk
  • De trainer let op het verschil tussen specifieke (baan-) eisen en de meer generieke vaardigheden en competenties
  • Tijd per presentatie ongeveer 5 tot 7 minuten

Duur: 45 minuten

Korte pauze: 5 minuten

 

Annexen:

Video en ander ondersteunend materiaal:

Duur: 1 uur

 

Leeropbrengsten:

WE5.1.1 Begrijpen hoe actief burgerschap helpt bij het creëren van loopbaanmogelijkheden

WE5.2.1 Begrip van eigen bagage (kennis, vaardigheden, competenties) en eigen ontwikkelingsbehoeften, en hoe deze verbonden zijn met de sociale en civiele competentie

WE5.3.1 Verbinden van ambitie met de actuele situatie

WE5.3.2 Formuleren van leerdoelen en het verbinden ervan aan onderdelen van het loopbaanpad

 

Vrijwilligerswerk als ontwikkelkans

 

Proces:

  • Gedeeltelijk vervolgen van individuele presentaties
  • De trainer vat de belangrijkste bevindingen samen door te wijzen op een aantal opvallende parallellen, en indien ze niet genoemd zijn, noemt de voornaamste generieke vaardigheden en competenties die overal vereist zijn, en bij het doen van vrijwilligerswerk geoefend kunnen worden
  • Trainer gebruikt de resterende tijd om discussie te starten over de wijze waarop vrijwilligerswerk je kan helpen bij het toewerken aan je droombaan / werk te vinden in je interessegebied
  • Ondersteunende of alternatieve vraag kan zijn: hoe zou je het idee om vrijwilligerswerk te doen verkopen aan anderen? Welke argumenten zou je daarvoor gebruiken?
  • De trainer vat samen en verbindt de ervaring met integratie in het gastland, wat daarvoor overwonnen moet worden / getraind moet worden

 

Duur: 1 uur

Annexes:

Video en ander ondersteunend materiaal: