Duur: 1 uur en 30 minuten
Leer opbrengsten:
4.1.1 Begrijpen van cultuurafhankelijke verschillen in communicatie
4.1.5 Effectief communiceren in een multiculturele omgeving
- De trainer introduceert de ijsbreker “kleine groepen: overeenkomstige zaken”. De deelnemers worden opgedeeld in groepen van 3 tot 6 personen en benoemen zaken die zij gezamenlijk hebben en niet zichtbaar zijn (b.v. kleding en haarkleur uitsluiten). Iedere groep krijgt 5 minuten om zoveel als mogelijk zaken te noemen. Na 5 minuten moet iedere groep haar lijstje bekendmaken. Dit zo 2 of 3 rondes en steeds gekoppeld aan een andere groep. Dan vraagt de trainer de deelnemers een ding te noemen dat zij gemeen hadden met iemand en dat hen erg verraste en de overeenkomst te benoemen die het meest interessant is.
- De trainer print vooraf spreekwoorden uit bijlage 1. Ieder spreekwoord op een afzonderlijke kaart. De trainer telt het aantal deelnemers en neemt evenzoveel kaarten. Als het aantal deelnemers oneven is dan doet de trainer zelf ook mee aan deze activiteit. De trainer schud de kaarten en geeft iedere deelnemer 1 kaart. Als alle kaarten zijn verdeeld wordt aan de deelnemers gevraagd om een spreekwoord met gelijke betekenis uit hun eigen cultuur te bedenken.
- De trainer stimuleert een feedback in de groep op voorgaande oefeningen en benadrukt daarbij dat er naast vele verschillen ook vele overeenkomsten zijn tussen ons. We praten dan misschien op verschillende wijze en gedragen ons verschillend maar veel van ons meest basale behoeften en interesses zijn gelijk.
- De trainer legt uit dat hij/zij de lijst van ingrediënten slechts 1 maal zal voorlezen en dat de deelnemers de ingrediënten die ze zich herinneren nadat de trainer klaar is met voorlezen moeten opschrijven.
- Nadat de trainer de lijst (zie bijlage 2) heeft voorgelezen krijgen de deelnemers 2 minuten om de ingrediënten die ze zich herinneren op te schrijven.
- Iedere deelnemer leest zijn lijst voor. Het is aannemelijk dat zij zich ingrediënten herinneren die zij lekker vinden of die populair zijn in hun land. En niet zo snel ingrediënten die veel gebruikt worden in andere culturen.
- Om de discussie te stimuleren vraagt men de deelnemers om te kijken welke ingrediënten ze hebben gemist door de lijst nog een keer voor te lezen. Vraag ook of iemand een ingrediënt heeft opgeschreven dat niet in de lijst voorkomt.
- Discussie om tot de belangrijkste uitkomsten te komen. De trainer benadrukt het vermogen van de deelnemers om zich ingrediënten te herinneren die veel gebruikt worden in hun cultuur en hoe moeilijk het is voor hen om ingrediënten uit andere culturen te onthouden.
- De trainer sluit af met te benadrukken dat het extra inspanning kost om samen te werken met personen met verschillende achtergrond, en het belang van empathie bij interculturele ontmoetingen .
Annexen:
Bijlage 1, Bijlage 2
Video en ander ondersteunend materiaal: