Vrijheid: rechten en plichten in een Europese samenleving (Code: SCL1WA1W1 )

IO4. Sociale en Civiele competentie

Werkgebied 1

Workshop 1: Vrijheid: rechten en plichten in een Europese samenleving

1. Algemene informatie

Naam van de kern competentie:
Sociale en Civiele competentie

Naam van de workshop:

Vrijheid: rechten en plichten in een Europese samenleving

Belangrijkste leeropbrengsten:

1.2.1  Weten wat de 4 fundamentele vrijheden zijn in een EU-land

1.2.2  De 4 fundamentele vrijheden herkennen in dagelijkse interacties 

1.2.4  In staat zijn om rechten en plichten om te zetten in eigen ontwikkelkansen 

1.3.1  Weten welke waarden -eigen waarden zijn; – onze waarden zijn; – vanzelfsprekend zijn

1.3.2 Weten hoe vrijheden en waarden invloed hebben op het dagelijkse leven

1.3.3 Laten zien in staat te zijn hindernissen te kunnen nemen bij verschillende ontwikkelingsopties

Werkgebieden:

WE1: Waarden vaan de samenleving

Duur:

4 uur

AC instapniveau

1

Klassikale activiteit

Outward bound activiteit

E-learning activiteit

Trainingsmateriaal:

Internet verbinding

Beamer en PC

White board

Papier, pennen, Post-Its etc

Extra ruimtes

Andere zaken:

Extra aandacht voor:

Betrokkenheid derden:

Speciaal arrangement nodig:

Voorbereiding door deelnemers nodig:

Anders:

Denk aan voorbereiden rechten van de mens zoals verwoord door de EU. Maak eventueel aparte kaartjes hiervan

Annexen

2. Didactische methodologie

Deel van de workshop:

Gebruikte didactische methodes:

Korte omschrijving ervan:

1st deel

2nd deel

3rd deel

1. Gespreid leren

Te leren kennisinhoud wordt in 3 blokken herhaald aangeboden. Tussen deze blokken is een 10 minuten onderbreking waarin een geheel andere, vaak fysieke opdracht wordt uitgevoerd door de deelnemers.

2. Cross Over learning

Leren in informele settings, zoals in een museum of in naschoolse activiteit, slaat een brug tussen lesinhoud en datgene wat deelnemers in het dagelijks leven bezig houdt.

3. Leren door argumentatie

Argumentatie als middel om aandacht te geven aan contrasterende ideeën, en te leren van elkaar door middel van het houden van een zinvol discours.

4. Incidenteel leren

Incidenteel, niet-intentioneel of ongepland leren. Zo gebeurt eigenlijk veel van ons leren. Het gebeurt in nieuwe situaties of wanneer wij iets doen. Het gebeurt zonder leerkracht.

5. Context based leren

De betekenis en relevantie van nieuwe informatie leren kennen door deze te interpreteren in de context waarin deze naar voren komt en te verbinden met wat we al weten.

6. Computational thinking

Het logisch benaderen van problemen en deze oplossen met digitale en non-digitale middelen. Deze vorm van leren (problem-solving) bestaat uit 4 elementen: grote problemen in deel problemen opdelen (decomposition), patronen herkennen door te kijken naar de oplossing van soortgelijke problemen uit het verleden; abstraheren door hoofd- en bijzaken te scheiden; logische stappen ontdekken om het dit soort problemen op te lossen (algoritme ontwikkelen) en deze stappen vervolgens verfijnen (debugging).

7. Learning by doing

Een praktische vorm van leren waarbij de deelnemers door interactie met hun omgeving kennis en vaardigheden aanleren.

8. Embodied Learning

Lesstof wordt hierbij niet alleen via het hoofd maar ook via het lichaam eigen gemaakt. De bewustwording van hoe het eigen lichaam reageert op bepaalde situaties ondersteunt het leerproces.

9. Adaptive Teaching

Deelnemersgegevens van huidige en eerdere leerervaringen worden gebruikt om voor de deelnemer een persoonlijke leerroute te ontwikkelen gebruiken. Denk aan gegevens zoals de tijd besteedt aan bepaalde stof, toetsresultaten etc.
Adaptive teaching kan gebruikt worden voor klassikale activiteiten maar bijvoorbeeld ook online, waarbij deelnemers zelf de controle hebben over hun studievoortgang.

10. Analytics of Emotions

Doordat te reageren op de emoties, het karakter en mentaliteit van de deelnemers, vergroot de leerkracht de responsiviteit van het lesgeven.

3. Type gebruikte trainingsactiviteiten

Type activiteit
Deel van de workshop

1st deel

2nd deel

3rd deel

1. Vraag-Antwoord sessie

2. Case studies

3. Discussie in kleine groepen

4. Actief samenvatten

5. Demonstraties

6. Real world learning / real life scenario

7. Stage

8. Storyboard teaching

9. Buitenactiviteit

10. Probleemgestuurde leeractiviteit  / problem solving

11. Samen voorbereiden

12. Discussie-vragen / groepsdiscussie

13. Groepsactiviteit

14. Story telling

15. Mind-map maken

16. Brainstormen

17. Instructie video

18. Rollenspel

19. Self-assessment

20. (Mentor) work shadowing

21. Instructie

22. Iets organiseren

23. Online training

24. Leergame

25. Reflectie

26. Coaching

4. Organisatie van de workshop

Duur: 1 uur, 30 minuten

 

Universele vrijheden

Leeropbrengsten:

1.2.1  Weten wat de 4 fundamentele vrijheden zijn in een EU-land

1.2.2  De 4 fundamentele vrijheden herkennen in dagelijkse interacties 

 

Activiteit 1:

  • Welkom
  • Discussie: Wat zijn de 4 fundamentele vrijheden?
  • Trainer: Presentation van de 4 fundamentele vrijheden
  • De declaratie van de fundamentele rechten van de mens: zie video.

https://www.youtube.com?watch?v=nDIVseTkuE

  • Discussie: Hoe kijk jij zelf tegen deze rechten aan?

 

Duur: 45 minuten

 

Activiteit 2:

 

  • Game: de vrijheidstations
  • Maak 4 stations: vriie meningsuiting; vrijheid van geloof; vrijheid van vereniging en vrijheid van pers.
  • Deelnemers lopen kloksgewijs langs elk station en schrijven op een Post-it een voorbeeld van de betreffende vrijheid vanuit het dagelijkse leven
  • Trainer bespreekt de Post-Its en leidt discussie over de voorbeelden

 

Duur: 45 minuten

 

Annexen:

 

Video en ander ondersteunend materiaal:

https://www.youtube.com?watch?v=nDIVseTkuE

Duur: 1 uur, 30 minuten

 

Rechten en plichten

Leeropbrengsten:

1.2.4  In staat zijn om rechten en plichten om te zetten in eigen ontwikkelkansen 

 

Activiteit 3:

  • Discussie: Rechten in een EU samenleving. Welke zijn dat?
  • Trainer ligt er enkele uit en ligt ze verder toe.
  • Trainer vraagt naar voorbeelden bij elk van de rechten en geeft eventueel zelf enkele.
  • Vragen

 

Duur:  45 minuten

 

  • Bekijk video: Rechten van Europeanen

https://www.youtube.com/watch?v=V-CxBx6kSrA

  • Trainer: Tegenover rechten staan ook plichten
  • Groepsdiscussie: welke soort plichten denk je dat bij EU burgerschap horen?
  • Groepsdiscussie: wat merk je daarvan in het dagelijks leven?
  • Trainer vat samen

 

Annexen:

 

Video en ander ondersteunend materiaal:

https://www.youtube.com/watch?v=V-CxBx6kSrA

 

Voor de trainer: check de EU site waarop ook de plichten vermeld staan van iedere EU burger

1 uur

 

Waarden en interactie

Leeropbrengsten:

1.3.1  Weten welke waarden -eigen waarden zijn; – onze waarden zijn; – vanzelfsprekend zijn

1.3.2  Weten hoe vrijheden en waarden invloed hebben op het dagelijkse leven

1.3.3  Laten zien in staat te zijn hindernissen te kunnen nemen bij verschillende ontwikkelingsopties

 

Activiteit 5:

  • Trainer maakt groepjes van 4
  • Groepsopdracht: Maak twee kolommen op papier. Links de 4 vrijheden, rechts wat dat voor jullie betekent en hoe je dat kan helpen bij je eigen ontwikkeling en het bereiken van een bepaalde positie in het gastland (kansen)
  • Groepsopdracht: wat zijnde beperkingen waar je tegen aanloopt vanuit de maatschappij, en geeft tips om dar mee om te gaan (plichten).
  • Elke groepje presenteert voorbeelden van kansen, en omgaan met plichten.
  • Trainer vat samen

 

Duur: 60  minuten.

 

Annexes:

Video en ander ondersteunend materiaal: